Open opdrachten aardrijkskunde
- Na een regenbui zie je vaak in veengebieden plassen staan op het land. Is de waterdoorlaatbaarheid van veen minder groot dan die van zand?
- Planten zijn voor hun water afhankelijk van het hangwater, de capillaire zone en dus ook van de grondwaterzone. Op welke diepte vind je de capillaire zone en de grondwaterzone?
- Welke grondsoort zal de voedingsstoffen beter vasthouden?
- Welke grondsoort zal de warmte beter geleiden? Is het geleiden van de warmte afhankelijk van het watergehalte?
- Welke grondsoort zal theoretisch gezien het water beter moeten kunnen vasthouden: zand of veen?
- Planten worden aangetast door de zure regen. Dit is te constateren aan de hand van de wortels, de takken, de bladeren en de naalden. Is jouw onderzoeksgebied ook aangetast?
- Welke grondsoort kent het hoogste percentage lucht?
- Wordt de chemische vruchtbaarheid (anorganische ionen) van de bodem bepaald door de korelgrootteverdeling, door het humusgehalte, of door beide?
- Wat is de invloed van de windrichting op het voorkomen van mossen op een bepaalde boomsoort?
- Wat is de invloed van het zonlicht op het voorkomen van mossen op een bepaalde boomsoort?
- Wat is de invloed van neerslag op het voorkomen van mossen op een bepaalde boomsoort?
- Welke verschillen in de anorganische kenmerken zijn er tussen de humus die ontstaat uit waterplanten en de humus die ontstaat uit bladafval van loofbomen? Voorbeelden van kenmerken zijn: luchtgehalte, watergehalte, zuurgraad, waterdoorlaatbaarheid, etc.
- Welke invloed heeft begroeiing op het verloop van de temperatuur?
- Welke verschillen in de anorganische samenstelling zijn er tussen de humus die ontstaat uit bladafval van naaldbomen en de humus die ontstaat uit bladafval van loofbomen?