Het percentage organisch materiaal van een grondmonster


Waarneming

Een loofbos biedt een heel andere aanblik dan een naaldbos. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan de begroeiing. In een loofbos tref je immers veel meer onderbegroeiing aan dan in een naaldbos. Het verschil is ook duidelijk te zien in de strooisellaag. Onder naaldbomen zie je immers een dik pak naalden en onder loofbomen vaak maar een dunne laag bladeren.

Doel

Organisch materiaal kunnen wij verbranden. Wat overblijft is een beetje as en de deeltjes van de diverse grondsoorten. Hoe hoger het percentage organisch materiaal des te groter is het watervasthoudend vermogen van de bodem. Een hoog humusgehalte betekent ook een groot adsorptiecomplex (humus heeft de eigenschap om water en voedingsstoffen vast te houden en weer af te geven aan de plantenwortels), wat gunstig is voor de vruchtbaarheid.



Onderzoeksvraag

Wordt de begroeiing in een gebied bepaald door bodemeigenschappen, of bepaalt de plantengroei de bodemeigenschappen, of is er een wisselwerking? Bepaalt de begroeiing -bij gelijke grondsoort- het percentage organisch materiaal van de bovenste bodemlaag?

Materiaal

  • Minimaal 25 gram droog grondmonster of gebruik het restant van Bepaling van het watergehalte van een grondsoort
  • Bunzenbrander met eronder een eterniet plaatje
  • Driepoot
  • Stukje gaas (om het bakje op de driepoot te kunnen plaatsen)
  • Metalen of ander vuurvast bakje met een metalen spatel
  • Weegschaal
  • Knijper (om het bakje mee vast te houden)


Een bodemmonster nemen

Een grondmonster neem je door eerst de bovenste begroeiing te verwijderen. Dan druk je een jampot met de opening naar beneden in de grond net zo diep totdat het potje vol zit.




Methode

  • Doe de droge en gewogen grond in het bakje (x).
  • Verhit het bakje zo sterk mogelijk (bij voorkeur in de zuurkast voor de afzuiging). Als het goed is, komt er rook met een typische geur vanaf. Bovendien verandert je monster van kleur.
  • Laat het monster afkoelen en weeg je het opnieuw (y).
  • Het percentage organisch materiaal: ((x – y) / x) * 100 = … %.

Reflectievragen

  1. Verklaar de kleurverandering van je grondmonster.
  2. Welke geuren nam je waar / rook je bij het verbranden van het bodemmonster?
  3. Veronderstel dat je wat van het monster tussen je vingertoppen neemt. Je vingertoppen worden wat zwart. Is het organisch materiaal dan wel verbrand?

Deel deze pagina