Inleiding onderzoeksverslag

Hints

  • De inleiding is een lopend verhaal en bevat een theoretische onderbouwing. Vergeet de bronvermelding niet.
  • Een voorwoord is niet de inleiding! Een voorwoord staat inhoudelijk los van het onderzoek en heeft als functie om een persoonlijke noot te laten horen.
  • Een hypothese bedenk je voordat je het onderzoek uitvoert en verander je niet meer.
  • Gebruik alleen functionele afbeeldingen. Dit geldt ook voor de rest van het onderzoeksverslag. Vergeet de bronvermelding niet.

Scroll naar onderen voor meer tips voor een goede inleiding.



Tips voor een goede inleiding

Kader

In welk kader schrijf je het onderzoeksverslag? Verwijs bijvoorbeeld naar de methode: “Op dit moment zijn we bezig met het onderwerp Voeding en vertering en in dit onderzoeksverslag …” Of is het onderzoek in kader van het profielwerkstuk?

Achtergrondinformatie

In de inleiding maak je gebruik van bronnen als onderbouwing. Als je bijvoorbeeld voor jouw onderzoek gebruikt maakt van indicatoren om voedingsstoffen aan te tonen; geef dan onder andere aan wat voedingsstoffen zijn en wat de functie is van een indicator.



Onderzoeksvraag

Een goede onderzoeksvraag:

  • is concreet. Niet: Wat is de invloed van een plantenhormoon op de groei bij een erwtenplant? Maar: Wat is de invloed van gibberelline op stengellengte bij een erwtenplant?
  • is een open vraag. Niet: Heeft de temperatuur invloed op de activiteit van krekels? Maar: Wat is de invloed op de activiteit van krekels? Vragen die beginnen met een werkwoord zijn gesloten vragen.
  • bevat één ‘variabele’ (gebruik geen ‘of’). Niet: Wat is de invloed van rood licht, blauw licht of groen licht op het kiemingspercentage van radijs? Maar: Wat is de invloed van de lichtkleur op het kiemingspercentage van radijs?
  • bevat geen bijzonderheden van de methode. Niet: Wat is de invloed van 0 °C, 20 °C, 40 °C en 60 °C op de werking van het enzym lactase? Maar: Wat is de invloed van de temperatuur op de werking van het enzym lactase?

Hypothese

  • Een hypothese bevat geen toelichting voor je verwachte uitkomst. Bij de onderzoeksvraag: In hoeverre hebben pissebedden voorkeur voor een vochtige omgeving? Niet: Pissebedden hebben een voorkeur voor een vochtige omgeving, omdat ze kieuwen hebben voor de ademhaling. Maar: Pissebedden zijn bij voorkeur in een vochtige omgeving.
  • Eventueel kun je een onderbouwing / toelichting geven op de hypothese in een aparte alinea.
  • Een goede hypothese: slaat terug op de onderzoeksvraag, bevat één ‘variabele’ en is toetsbaar.
  • Een hulpmiddel om te checken of een hypothese toetsbaar is, is door gebruik te maken van een als … dan … redenering. Bijvoorbeeld: Als pissebedden een voorkeur hebben voor een vochtige omgeving dan zullen ze zich bij een keuzeproef het grootste deel van de tijd zich in een vochtige omgeving bevinden.
Deel deze pagina