Domeintoets Biosfeer
Biosphere 2
In een kas in Amerika, Biosphere2, zijn de belangrijkste ecosystemen nagebootst. Hierin hebben acht mensen twee jaar samengewoond met meer dan 3.000 soorten organismen, zoals fruitbomen, aardappelplanten, geiten, varkens, schimmels en bacteriën. Door slecht weer steeg het koolstofdioxidegehalte te veel en leverde de kas te weinig voedsel voor de mensen op. Een noodvoorraad voedsel heeft dit probleem op moeten lossen.
- Verklaar dat door slecht weer het koolstofdioxidegehalte te veel steeg. [2]
- Stel dat dit systeem een natuurlijk ecosysteem zou zijn zonder noodvoorraad voedsel. Wat zou er dan zijn gebeurd zodat het systeem weer in evenwicht zou gekomen zijn? [2]
- Op welke manier kan het koolstofdioxidegehalte omlaag gebracht worden? [1]
Fossiele brandstoffen
Tegenwoordig raken fossiele brandstoffen langzamerhand uitgeput.
- Leg uit waardoor dit veroorzaakt wordt. [1]
- Op welke kringloop heeft dit invloed? [1]
In Brazilië rijden veel auto’s op alcohol. De alcohol wordt gemaakt van suiker uit suikerriet. Suikerriet wordt speciaal voor dit doel gekweekt.
- Leg uit dat dit gebruik van alcohol geen stijging van het koolstofdioxidegehalte van de lucht veroorzaakt, in tegenstelling tot het gebruik van benzine. [2]
Verwacht wordt dat in bepaalde gebieden ook overgeschakeld wordt op grootschalige verbouwing van planten voor de productie van brandstof voor auto’s.
- Welke economische gevolgen heeft dat voor die gebieden? [1]
Koolstofreserves
In de tabel hieronder zijn de koolstofreserves weergegeven.
Component | Reservoir (kilo) | Verblijftijd (jaar) | Belangrijkste verdwijningroute |
Atmosfeer | |||
CH4 | 3-6.1012 | 3,6 | Planten- en dierengroei |
CO | 0,3.1012 | 0,1 | Naar het water (oceanen) |
CO2 | 670.1012 | 4,0 | |
Land | |||
Levend organisch | 500-800.1012 | 16 | Naar de atmosfeer |
(vooral planten) | Naar het water (oceanen) | ||
Dood organisch | 700-1.200.1012 | 40 | Naar de fossiele brandstoffen |
Oceanen | |||
Levend organisch | 6,9.1012 | 0,14 | Naar de fossiele brandstoffen |
Dood organisch | 760.1012 | 19 | Naar de atmosfeer |
Anorganisch | 40.000.1012 | 100.000 | Naar het natuurlijk materiaal |
Sedimenten + | 72.500.000.1012 | 300.000.000 | Naar de atmosfeer |
Gesteenten + | Naar het natuurlijke materiaal | ||
Fossiele brandstoffen | Naar het water (oceanen) |
- Wanneer de hoeveelheid koolstof in een component verandert, verandert na bepaalde tijd ook de hoeveelheid koolstof in minstens één van de andere drie andere componenten. Leg dit uit. [1]
Anne en Maarten doen beiden een uitspraak naar aanleiding van de tabel van de koolstofreserves.
Anne: Hoe langer de verblijftijd van koolstof in een component hoe groter het reservoir.
Maarten: Op het land leven organismen gemiddeld korter dan in de oceanen.
- Is de uitspraak van Anne juist? En de uitspraak van Maarten? Geef een verklaring voor je antwoord. [3]
Gnoe
In de Afrikaanse savanne leeft de gnoe. Het is een soort antilope die in kuddeverband leeft. Het voornaamste voedsel van de gnoe is gras. In tijden van droogte eet het dier ook takjes en bladeren van de schaarse bomen in de savanne. Op het heetst van de dag zoeken de dieren beschutting tegen de zon onder de bomen. In het droge seizoen gaan de gnoes op zoek naar nieuwe weidegronden en drinkwater. Op deze tocht worden de dieren belaagd door allerlei roofdieren, waaronder de leeuw. In het hoge gras besluipen de leeuwen de gnoes. Een kudde gnoes merkt een sluipende leeuw meestal snel op, doordat één of meer dieren op de uitkijk staan.
- Noem twee abiotische factoren voor de gnoe, die in de tekst genoemd staan. [2]
In de tekst worden verschillende organismen genoemd, die samen een voedselketen vormen.
- Teken een voedselketen zoals die in de tekst voorkomt. Geef daarbij aan waar de mens in de keten zou staan. [2]
- Geef aan op welke manier, volgens de tekst, een gnoe afhankelijk is van zijn soortgenoten. [1]
- Nomaden in Afrika trekken ook van het ene gebied naar het andere. Waardoor is deze trek noodzakelijk? [2]
In bepaalde gebieden in Afrika gaat de bevolking over op het aanleggen van bijvoorbeeld maïsakkers.
- Leg uit dat een savanne een meer gesloten ecosysteem is dan een maïsakker bij een Afrikaans dorp. [1]
Broeikasgassen
Belangrijke broeikasgassen zijn: cfk’s, waterdamp, stikstofoxide, methaan en koolstofdioxide.
- Geef van de volgende activiteiten aan of ze voor toename van de hoeveelheid van broeikasgassen zorgen. En zo ja, voor welk gas of welke gassen. [3]
- I het rijden in een auto met hoge snelheid,
- II het gebruik van polystyreen (piepschuim),
- III het weggooien en vernietigen van oude koelkasten.
- Geef bij de genoemde activiteiten aan op welke andere manier minder van de broeikasgassen ontstaan. [3]
- Geef bij activiteit I (autorijden met een hoge snelheid) twee argumenten die een rol spelen bij deze keuze. [2]
Tegenwoordig bestaat er een systeem waarmee men onder andere bij koelkasten aangeeft hoe groen ze zijn. Koelkasten die minder stroom gebruiken, zijn groener dan koelkasten die meer stroom gebruiken. Ook wordt gelet op veiligheid. Erg zuinige en erg veilige koelkasten zijn echter duurder.
- Stel dat jij een koelkast gaat kopen. Welke zou jij kopen? Geef aan welke argumenten je keuze bepalen. [2]
Duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling: hulpbronnen en technologische ontwikkelingen passen bij de behoeften van de huidige én toekomstige generatie.
- Leg uit hoe het bevorderen van biomassa in conflict kan komen met de doelstelling van duurzame ontwikkeling. [2]
Fout hout
In de afgelopen eeuwen is veel hout verbrand in de ontwikkelingslanden.
- Leg uit waarom dit geen groene energie is. [2]
Sinaasappelsap
In de afgelopen eeuwen is veel hout verbrand in de ontwikkelingslanden.
- Leg uit waarom dit geen groene energie is. [2]
Water
- Noem drie manieren waarop de overheid een toekomstig (drink)watertekort in Nederland kan voorkomen. [3]